Inbrengplaatsen voor de sensor en infusieset dienen afgewisseld te worden, telkens als u de infusieset of glucosesensor vervangt. Op deze manier zorgt u ervoor dat het huidweefsel gezond blijft en dat vorige inbrengplaatsen volledig genezen zijn alvorens u deze opnieuw gebruikt.
Elke 2 tot 3 dagen vervangen
Vervang uw set | Gebruik elke infusieset maximaal 2 – 3 dagen* voor een betere controle en een gezonde huid.* |
---|---|
Vervang uw reservoir | Verwissel uw reservoir volgens het advies van uw insulineleverancier. TIP: vul uw reservoir met de hoeveelheid insuline die u voor 3 dagen nodig heeft of met de voorgeschreven hoeveelheid door uw behandelend arts. |
Wisselen van inbrengplaats | Wissel uw infusiesetinbrengplaats iedere keer af als u uw infusieset en reservoir verwisselt (roteermethode). Onthoud, het controleren van uw glucosewaarden wordt lastiger gedurende de tijd als u de insuline rondom dezelfde inbrengplaats toedient. |
Controleer uw bloedglucosewaarden (BG) | Controleer uw bloedglucosewaarden 2 tot 3 uur nadat u uw infusieset verwisseld heeft. Dit is de enige manier om te bevestigen dat uw infusieset juist ingebracht is en dat u insuline toegediend krijgt. |
*Thethi TK, Rao A, Kawji H, et al. Consequences of delayed pump infusion line change in patients with type 1 diabetes mellitus treated with continuous subcutaneus insulin infusion. Journal of Diabetes and Its Complications. March 2010 (Vol. 24, Issue 2, Pages 73-78).
De onderstaande afbeelding geeft de meest geschikte inbrengplaatsen voor de infusieset weer (gearceerd). Werk samen met uw zorgverlener om de beste inbrengplaats voor u vast te stellen.
Breng de infusieset niet in:
- In een cirkel van 5 cm rondom uw navel
- Waar uw lichaam van nature vaak buigt
- Op plaatsen waar kleding irritaties kan veroorzaken (bijvoorbeeld uw taillelijn)
- Op plekken waar u littekens, verhard weefsel of huidstriemen hebt
Uw infusieset dient zich te bevinden op minstens:
- 5 cm van uw sensorinbrengplaats
- 5 cm van uw navel
- 7,5 cm van de vorige inbrengplaats
Richtlijnen voor wisselen van inbrengplaats
De onderstaande afbeeldingen helpen u de inbrengplaatsen op een georganiseerde manier af te wisselen. Maak voor de beste resultaten gebruik van beide methodes, waarbij u deze afwisselt.
"Met de klok mee" wisselen
""M"- of "W"-wisselmethode
- Scheer de inbrengplaats regelmatig.
- Probeer dode huidcellen te verwijderen door te scrubben, met een borstel of een washandje met zeep. Reinig de plek daarna met water en vervolgens met een alcoholdoekje.
- Houd de huid strak gespannen alvorens u een voorbereidingsdoekje of tape gebruikt.
- Nadat u de tape hebt aangebracht, gaat u met een vingernagel over de randjes van de tap om ervoor te zorgen dat deze goed aan uw huid plakken.
- Plaats de infusieset of sensor niet op een plek in uw taille, de tape kan dan gaan schuren en loslaten.
- Vermijd het gebruik van lotions op de plekken waar u de tape gaat aanbrengen. Tape blijft niet goed zitten op plekken waar lotion is gebruikt
Basismethode
- Probeer het wisselen van inbrengplaats rond het douchen te plannen, zodat u de plek goed kunt schoonmaken. Alvorens u gaat douche, verwijdert u de oude infusieset. U kunt de kleefresten verwijderen met een stickerverwijderaar als de huid plakt. Was deze plek onder de douche met zeep.
- Als het wisselen van inbrengplaats niet rond het douchen plaatsvindt, was uw handen dan goed met water en zeep. Doe hetzelfde met de plek waar u uw infusieset wilt inbrengen.
- Desinfecteer de huid met isopropylalcohol of een alcoholdoekje.
- Laat de huid goed drogen alvorens u de infusieset of de pleister aanbrengt.
- Veeg met een voorbereidingsdoekje rondom de inbrengplaats, zodat dit gebied plakkerig wordt.
- Raak de infusieset zo min mogelijk aan met de pleister, om te voorkomen dat er huidolie op komt.
- Breng uw infusieset aan conform het proces en de technieken van uw zorgverlener of bekijk de ondersteuningsvideo voor uw infusieset.
- Op dagen dat u erg actief bent, veel zweet of gaat zwemmen, bedekt u de plek met extra tape.
- U kunt in de hoeken extra tape gebruiken om te voorkomen dat deze gaat krullen en om te voorkomen dat de volledige infusieset eruit komt.
- Controleer de infusieset regelmatig om u ervan te verzekeren dat de katheter aan de zijkant niet trekt en de pleister zo extra belast.
- Als u problemen hebt met de pleister, probeert u een andere plek.